Het Europese Hof (zie onderstaande case) oordeelde onlangs dat wanneer een werkneemster een periode van onbetaald ouderschapsverlof onderbreekt voor zwangerschapsverlof, toch aanspraak kan maken op doorbetaling van loon. Ook wanneer in de cao als de voorwaarde staat dat daarvoor eerst betaald werk moet zijn verricht. Het antwoord luidt aldus ‘Ja’, zoals ook uit onderstaande case blijkt.
Case
Twee werkneemsters hebben na een eerdere bevalling zwangerschapsverlof met behoud van loon genoten. Hierna hebben zij onbetaald ouderschapsverlof opgenomen. Tijdens dat ouderschapsverlof werden ze weer zwanger en onderbroken het ouderschapsverlof onmiddellijk om een tweede periode van zwangerschapsverlof op te nemen. Tijdens dit tweede zwangerschapsverlof werd hun loon niet doorbetaald. De werkgever stelde namelijk dat de tweede periode van zwangerschapsverlof in de periode van onbetaald ouderschapsverlof zat en dus niet was voorafgegaan met een periode waarin het werk was hervat, zoals in de cao opgenomen.
Volgens het Europese Hof zou het feit dat een werkneemster ervoor kiest om haar recht op ouderschapsverlof uit te oefenen niet mogen afdoen aan de voorwaarden voor de uitoefening van haar recht om een ander verlof, in dit geval zwangerschapsverlof, op te nemen. De cao bepaling zou de werkneemster in dit geval dwingen om op het moment dat zij moet beslissen al dan niet onbetaald ouderschapsverlof op te nemen, op voorhand af te zien van betaald zwangerschapsverlof. Immers wanneer zij binnen haar ouderschapsverlof zwanger zou worden, zou zij geen aanspraak kunnen maken op zwangerschapsverlof nu dit simpelweg zo is bepaald in de cao.
Kort zou het er dus op neerkomen dat een werkneemster er toe kan worden aangezet om een dergelijk ouderschapsverlof niet te nemen. Volgens het Hof doet een dergelijke cao-voorwaarde als deze af aan de werking van richtlijn 96/34 inzake ouderschapsverlof. Omdat deze richtlijn zich verzet tegen die cao-voorwaarde, wordt deze voorwaarde dan ook buiten toepassing verklaard door het Hof.